Transitiemanagement en voeding tijdens de transitiefase
Met de transitiefase bij melkvee wordt de periode van 60 dagen voor tot 30 dagen na afkalven bedoeld. De transitiefase is een cruciale fase voor de gezondheid van de melkkoe.

Transitiemanagement
Met de transitiefase bij melkvee wordt de periode van 60 dagen voor tot 30 dagen na afkalven bedoeld. De transitiefase is een cruciale fase voor de gezondheid van de melkkoe. Tussen de 30 en 50% van alle aandoeningen bij melkvee treden op tijdens de transitiefase en dan voornamelijk tijdens de eerste week van de lactatie. Deze aandoeningen zijn meestal het gevolg van gebreken in het management of in de voeding tijdens de droogstand of door de stressfactoren en weerstandsdaling rondom kalven. Om deze problemen te voorkomen is monitoring of de bestaande structuur aanpassen belangrijk.
Transitiefase
Monitoring van koeien in de transitiefase heeft twee doelen:
- Koeien die ziek worden sneller opsporen, zodat vroegtijdiger kan worden ingegrepen en de schade wordt beperkt,
- Bedrijfsbeeld verkrijgen om juist in de droogstand en voorafgaand aan het kalven het management te optimaliseren en ziekte te vermijden.
Een totaalbeeld van onderstaande punten kunnen een indruk geven van het succes van uw transitie:
- Aantal koeien met baarmoederontsteking na afkalven
- Aantal koeien dat aan de nageboorte blijft staan
- Het percentage nieuwe infecties na de droogstand
- Het percentage koeien dat geneest in de droogstand
- Uitval bij koeien tot 60 dagen lactatie
- Opstart van de kalveren
- Productie


Voeding rondom transitie
Koeien in de droogstandsfase moeten niet te energierijk gevoerd worden. Bij te rijk voeren zetten ze vet aan en neemt de opname-efficiëntie af. Die opname-efficiëntie hebben melkkoeien juist hard nodig, vooral na het afkalven. Je wilt droogstaande koeien naar onderhoudsbehoefte voeren, niet te veel erboven, maar ook niet eronder.
Als koeien in lactatie komen moet de voeropname naar maximaal om problemen te voorkomen en dat kan alleen bij een gezonde niet-kreupele koe. Het is om die reden ook belangrijk dat het voer in elke fase smakelijk is zo ook in de droogstand. De koe moet ten alle tijden gretig blijven eten.
In de transitiefase is de energie- en mineralenopname heel kritisch. Daar komt bij dat steeds meer gelet wordt op het voorkómen van gezondheidsproblemen en het verlies aan efficiëntie. Dat betekend dat de koe in de transitiefase strakker gemonitord moet worden en dat de rantsoenen daar zorgvuldig op afgestemd moeten worden. Dit alles voor een betere opstart van een koe!