Grip op gras

Grip op grasGrip op grasGrip op gras

Opname van gras in de wei moet verdubbelen bij familie Oostra

Onze dierenarts Bernd Hietberg is ook weidecoach, hierbij helpt hij veehouders bij het optimaliseren van de weidegang. Lees hieronder een reportage uit de Nieuwe Oogst (20 DEC 2022) van één van de bedrijven waar hij via het project 'Grip op gras' weidecoach is.

Toen de koeien nog in de oude ligboxenstal stonden, had weidegang weinig prioriteit bij de familie Oostra. De routing in de stal was niet ideaal. Inmiddels zijn Jeroen, Wibo en Joris Oostra uit Havelte fanatieke weiders. 'We zijn anders gaan denken en veel gemotiveerder.'

In de oude stal draaide het niet om het weiden. Of zoals broers Jeroen en Wibo Oostra het zelf zeggen: 'We deden de beweiding er een beetje bij.' De routing in de stal met twee robots was alles behalve optimaal.

De koeien gingen naar buiten, liepen de hele dag op hetzelfde perceel en als ze geluk hadden, bleven ze daar zes uur. Ze aten niet meer dan 3 kilo droge stof weidegras per dag. 'Wanneer je de trekker in de stal startte, waren de koeien binnen mum van tijd binnen en hoopten ze dat je aan het voeren was', zeggen de Drentse ondernemers lachend.

Binnen anderhalf jaar tijd kregen Wibo, Jeroen en diens zoon Joris Oostra een compleet andere kijk op weidegang. 'Het is nu hoofdzaak geworden.' Het zaadje hiervoor werd geplant door hun adviseur van Lely. Bij de voorbereidingen van de bouw van de nieuwe ligboxenstal in 2020 dacht hij mee over de ideale routing in de stal. Het plan dat de veehouders voor ogen hadden, was niet ideaal in combinatie met weidegang. 'Op zijn advies hebben we de hele routing op de kop gezet, alles werd omgegooid.'

De twee robots uit de oude stal werden aangevuld met een tweedehands robot. Nu staan de drie machines pal naast de staldeur. En achter de melksystemen is een gangetje van 90 centimeter gemaakt met een weideselectiepoort die rechtstreeks naar buiten leidt. Op deze manier sturen ze hun 150 koeien letterlijk naar meer weidegang. 'We streven naar acht tot negen uur per dag.'

In 2021 haakten de broers aan bij 'Grip op gras', een project van Stichting Weidegang. Hier leren ze om scherp te sturen op beweiding. Ook hebben ze een doel geformuleerd: de opname in de wei moet omhoog van 3 naar 6 kilo droge stof per dier per dag.

Beetje bij beetje zetten de melkveehouders stappen om de beweiding te optimaliseren. Hun intrinsieke motivatie is daarbij hoog. Wibo Oostra: 'Je hoeft minder gras in te kuilen en minder vaak te bemesten, de koeien doen het werk en dat scheelt in de kosten. Ook benutten we meer eiwit uit het gras waardoor we kunnen besparen op duur eiwitbrok.'

Goed imago

Jeroen Oostra vult aan: 'Daarnaast blijft het gewoon mooi om koeien in de wei te zien. Er rijden hier dagelijks ontzettend veel mensen voorbij, grazende koeien dragen bij aan een goed imago.'

Verder zien de ondernemers dat veel weidegras tot een hogere melkproductie leidt, al is de wisselende kwaliteit wel een uitdaging. Ze merken het direct als de koeien op een minder smakelijk perceel grazen. 'Ze zijn minder tevreden. Nu we erop letten, valt dat meteen op.'

Bij het optimaliseren van de beweiding krijgen de broers hulp van hun weidecoach Bernd Hietberg. Hij begeleidt hen bijvoorbeeld bij het maken van een beweidingssysteem. Ze deden al enkele jaren aan Nieuw Nederlands Weiden, ofwel roterend standweiden, en hebben dat verfijnd.

Ze kozen voor twee weideplatforms van ongeveer elk 10 hectare. Dit verdelen ze in vier kleinere perceeltjes van 2,5 hectare. 'Op elk platform weiden we doorgaans drie keer rond. Zo hebben de koeien elke dag een frisse wei. In feite houd je ze een beetje voor de gek', zegt Jeroen Oostra lachend. 'Want vier dagen geleden liepen ze er ook al. Maar ze profiteren van de frisse groene topjes, daardoor stijgt de voeropname.'

Zodra het tweede platform is gemaaid, gaan de koeien daarnaartoe. Het eerste platform heeft dan weer de tijd om te groeien tot een maaiperceel.

Kruiden en grasklaver

Aangezien de broers de grasopname in de wei willen verdubbelen, gaan ze het totale weideplatform volgend jaar uitbreiden naar 30 hectare. Ook verhogen ze het aandeel percelen met kruiden en grasklaver van 5 naar 10 hectare.

Joris Oostra: 'Koeien vinden het ontzettend smakelijk, ze willen graag op die percelen grazen. Bovendien kunnen die kruiden goed tegen droogte. Tijdens de hitte zagen we het gras verdrogen, maar bleven de kruidenrijke percelen heel groen. Hoe de kruiden het doen in een nat jaar moeten we nog afwachten.'

Verdiepen in bodem

Oostra verdiept zich de laatste jaren ook meer in de bodem. 'Door het project ga je anders denken.' Hij trok het weiland in en spitte twee spades diep in de bodem. Hij trof op een aantal percelen vooral veel zand aan met daarbovenop een vruchtbare laag van slechts 20 centimeter.

Diepwortelende kruiden komen dus in het zand terecht. Maar het voordeel is dat die diepe wortels ruimte maken voor pendelende regenwormen, legt de veehouder uit. Ze brengen organische stof naar de diepere zandlagen.

Daarnaast verdiept de familie zich meer in de onkruiden. Vooral op de huiskavels rond de boerderij zijn de percelen versleten. Die gaan de komende jaren dus over de kop.

Beperkt brok voeren

Het verdubbelen van de opname van vers gras heeft ook consequenties voor het aanvullende rantsoen. 'Het mooiste is als de koeien een beetje hongerig de wei ingaan', stelt Wibo Oostra. Het stalrantsoen bestaat 's zomers voor 60 procent uit mais, de rest is kuilgras. Brok voeren ze beperkt, gemiddeld 5 kilo per koe. Hoogproductieve koeien krijgen maximaal 10 kilo per dag.

De broers besteden ook meer aandacht aan het ruweiwitgehalte in het rantsoen. Voorheen lag dat tussen de 160 en 165 gram. Nu streven ze naar 155 gram. 'Het ureumgetal lag meestal rond de 23, nu is ons doel om tussen 15 en 20 te blijven en dat lukt.'

App 'Grip op Gras'

De broers registreren de grasopname in de wei met de app van 'Grip op Gras'. Ze vullen hier de behoefte in, het stalrantsoen en het eventuele restvoer. Wat overblijft, is de opname van vers gras.

Voorheen kuilden de ondernemers de eerste snede volledig in, zodat ze mooi ruwvoer voor de winter hadden. Maar nu mogen hun koeien zelf het rijke voorjaarsgras in de wei ophalen. 'Dan pak je de meeste winst', weet Jeroen Oostra. 'Ze gaan dus al vroeg in het seizoen de wei in. Dit smakelijke gras is voor koeien het beste voer. Ze geven er goed melk op en we stoppen meteen met het duurdere eiwitbrok.' Van de percelen op afstand wordt de eerste snede wel ingekuild.

Kalendermaaien

Het maaien doet de familie overigens volgens een schema van ongeveer vier weken, ook wel kalendermaaien genoemd. 'Het afgelopen jaar was de totale opbrengst daardoor misschien wel iets lager, maar de kwaliteit is vele malen beter', geeft Oostra aan.

Twijfelen de broers op een bepaald moment om wel of niet te maaien of dubben ze over andere zaken rond graslandgebruik, dan raadplegen ze hun studiegroep van 'Grip op Gras'. 'We hebben met elkaar een WhatsAppgroep, erg nuttig', vertelt Wibo Oostra. 'Zo'n studiegroep is heel mooi. Je bezoekt elkaars bedrijf en gaat samen de wei in', vervolgt Jeroen Oostra. 'Iedereen heeft andere opvattingen, je leert van elkaar.'

Voor komend weideseizoen hebben de melkveehouders nieuwe plannen. Ze willen actiever gebruikmaken van de weidepoort. Het afgelopen seizoen gingen de koeien rond 7.30 uur naar buiten, in 2023 willen ze de weidepoort al vanaf 3 uur openen. Oostra: 'We waren hier altijd wat voorzichtig mee, want komen de koeien dan 's nachts wel naar binnen? En gaat dat niet ten kosten van het aantal melkingen per dag? We gaan het zien.'

Langer doorweiden

Ook willen ze langer doorweiden in het najaar. Omdat hun percelen vaak te nat worden, sluiten ze half september of begin oktober meestal de staldeuren. 'Achteraf hadden ze dit najaar best langer naar buiten gekund', aldus Oostra

Tot slot willen de ondernemers volgend seizoen vaker een 'farmwalk' doen. Tijdens zo'n wekelijkse wandeling over de graspercelen letten ze op het grasaanbod en de grasgroei en -benutting. Is er te veel gras, dan maaien ze er een perceel tussenuit. En bij een tekort, moeten ze wellicht de bijvoeding verhogen.

'Zo houden we letterlijk grip op ons gras', laat Wibo Oostra weten. 'We hebben een meetlat, maar ik denk erover om streepjes op mijn laars te tekenen, dan heb ik de grashoogtemeter altijd bij me.'

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief